Blended Mobility in het mbo

Onderzoek naar Blended Mobility in het mbo: inzichten en lessen 

Het Nationaal Agentschap Erasmus+ Onderwijs & Training heeft onderzocht hoe mbo-instellingen omgaan met Blended Mobility: een combinatie van een fysieke buitenlandervaring met een online leercomponent. In het rapport staan zowel de redenen waarom deze aanpak nog weinig wordt toegepast, als voorbeelden die laten zien hoe het wél succesvol kan. 

Het onderzoek richt zich op projectcijfers uit de periode 2021-2024 en bevat ervaringen van betrokken mbo-instellingen. Doel is om zicht te krijgen op de belemmeringen die scholen ervaren en manieren te vinden waarop Erasmus+ kan ondersteunen bij het aantrekkelijker maken van deze vorm van internationalisering. 

Huidige stand van zaken 

De cijfers laten zien dat blended mobiliteit nog nauwelijks voorkomt: in 2021 en 2022 was slechts 1,65% van de mbo-mobiliteiten blended. Ook in 2023 en 2024 blijft het aandeel klein. Wel blijkt uit het onderzoek dat mbo-instellingen in de praktijk meer blended activiteiten ondernemen dan officieel geregistreerd worden. 

Belemmeringen volgens instellingen 

Uit de gesprekken blijkt ook dat er verschillende drempels zijn. Niet altijd is duidelijk wat Blended Mobility precies inhoudt. Daarnaast ervaren docenten en projectpartners dat het organiseren  ervan extra tijd en inspanning vraagt. Ook zijn digitale middelen soms beperkt beschikbaar en wordt blended mobility niet altijd gezien als passend voor praktijkgerichte opleidingen. 

Inspirerende praktijkvoorbeelden 

Ondanks de uitdagingen zijn er inspirerende initiatieven. Zo ontwikkelde een samenwerkingsverband van scholen en partners “Mystery Boxes” waarmee studenten vooraf online contact leggen. Andere instellingen zetten virtuele rondleidingen in, zodat studenten beter voorbereid op hun buitenlandse ervaring vertrekken. 

Hoe nu verder? 

Het Nationaal Agentschap Erasmus+ wil mbo-instellingen ondersteunen met duidelijke uitleg, inspirerende voorbeelden en bijeenkomsten rond dit thema. Op die manier kunnen meer studenten profiteren van internationale ervaringen die zowel fysiek als digitaal plaatsvinden.