Jongeren met minder kansen in beeld brengen: hoe doe je dat?
Jongeren met minder kansen in cijfers
Er bestaan geen exacte cijfers over hoeveel jongeren met minder kansen of speciale ondersteuningsbehoeften (special needs) er zijn binnen de leeftijdsgroep van Erasmus+ Jeugd, in Nederland of Europa. Hoe brengt je hen dan toch in beeld?
Er zijn cijfers over bepaalde groepen – zoals mensen met een beperking – maar die cijfers gaan vaak over álle leeftijden. En leeftijd kan soms wel degelijk een verschil maken. Zo hebben jongeren bijvoorbeeld minder vaak een beperking dan ouderen.
Daarnaast is elke jongere uniek. Iemand kan bij meerdere groepen horen die vaker te maken krijgen met uitsluiting of achterstelling. Bijvoorbeeld: een meisje met een migratieachtergrond dat in een arme buurt woont. Daardoor is het moeilijk om precies te zeggen wie wél of geen gelijke kansen heeft. De grenzen tussen ‘kansrijk’ en ‘kansarm’ zijn steeds minder duidelijk.
Een diverse samenleving
Het is bovendien niet altijd nodig – of wenselijk – om alles in cijfers te vangen. Zeker niet als je kijkt naar lokale situaties en gemeenschappen waar veel jongerenwerkers mee werken. Toch kunnen cijfers helpen om beter te begrijpen hoe divers de samenleving is, en waar jongeren eventueel drempels ervaren.
Hieronder vind je een aantal voorbeelden:
- 14,2% van de jongeren tussen 15 en 25 jaar voelde zich in 2021 weleens gediscrimineerd.
- 5% van de middelbare scholieren wordt vaak tot zeer vaak gepest.
- 7,6% van de jonge beroepsbevolking was in 2022 werkloos. In 2018 waren er 233.000 NEET-jongeren (niet werkend en niet studerend).
- Ongeveer 1 op de 15 jongeren groeit op in armoede.
- Zo’n 313.000 jongeren hebben een lichte verstandelijke beperking.
- 70% van de meisjes in het voortgezet onderwijs heeft wekelijks last van psychosomatische klachten, zoals hoofdpijn of somberheid.
- 800.000 mensen wonen in Nederland in een buurt die als ‘slecht’ wordt aangemerkt.
- Meer dan een kwart van de jeugd in Nederland heeft een migratieachtergrond.
- 55% van de scholieren komt soms of regelmatig geld tekort.
- Ruim 10 miljoen mensen in Nederland hebben een chronische ziekte; 43% is jonger dan 40 jaar.
Deze cijfers zijn géén complete lijst. Ze geven een indruk van de verschillen die er zijn tussen jongeren, maar zeggen niet alles. Een jongere die in een of meerdere ‘doelgroepen’ valt, hoeft niet automatisch minder kansen te hebben. En andersom: een jongere die nergens onder valt, kan tóch drempels ervaren.
Spectrum van kansen
Wat vaak bepalend is, is de omgeving. Jongeren zonder steun van ouders, docenten of andere volwassenen, of die opgroeien in een wijk met weinig voorzieningen, hebben het vaak moeilijker. Deze jongeren hebben meer kans om buiten de boot te vallen, óók binnen projecten zoals Erasmus+ Jeugd.
Daarnaast zijn termen als ‘kansarm’, ‘fewer opportunities’ of ‘special needs’ voor veel jongeren zwaarbeladen. Niet iedereen die tot zo’n groep behoort, ziet zichzelf ook zo. Sommige jongeren hebben nét iets minder kansen dan gemiddeld, maar ervaren daar weinig last van. En een klein deel heeft zulke intensieve zorg nodig dat deelname aan internationale projecten gewoonweg niet haalbaar is. Het is dus geen zwart-witverhaal. Het gaat om een spectrum van kansen en drempels.