Skip naar content

‘Door Erasmus+ een open mind en minder angst voor het onbekende’

Mieke Veenink, coördinator internationalisering bij het Graafschap College

Mieke Veenink

'Het is mijn droom dat iedere student dan een internationale ervaring heeft opgedaan. Dit hoeft niet per se over de grens te zijn.'

Faces of Erasmus+ | Mieke Veenink

Dit jaar bestaat Erasmus+ 35 jaar. We staan daar graag bij stil met een serie portretten van personen die op de een of andere manier betrokken zijn bij ons programma. Wat zijn hun ervaringen? Wat heeft het gebracht? Op welke manier heeft Erasmus+ bijgedragen? En waar hoop je over 35 jaar te zijn? We vragen het Mieke Veenink, coördinator internationalisering bij het Graafschap College.

 

Wat doe je precies?

Ik ben 42 jaar geleden als docent begonnen bij het Graafschap College. Dat ik zo lang bij eenzelfde werkgever heb gewerkt, zie je niet zo vaak meer. We weten van veel banen ook niet of ze over vijf of tien jaar nog bestaan. Over de grens kijken helpt om met veranderingen om te gaan. Je hoopt voor studenten en medewerkers dat ze een open mind krijgen voor anderen, uit hun eigen comfort zone treden en in contact kunnen treden met de voor hen vaak onbekende wereld. Het leven is een leven lang leren en ik leer gelukkig nog elke dag. Dit probeer ik ook aan de studenten mee te geven.

Hoe zijn de buitenlandervaringen?

Studenten zijn veranderd als ze terugkomen van een buitenlandstage. Tijdens open dagen laten we alumni vaak vertellen over hun studietijd en als belangrijkste ervaring noemen ze vrijwel allemaal de buitenlandstage. Ik geloof dat het echt zo is. Het maakt ze zelfstandiger en ze zijn vooruitgegaan met zich uitdrukken in een andere taal dan Nederlands, vooral Engels. Stuk voor stuk kijken ze met trots terug op hun buitenlandstage.

Ook voor medewerkers is een buitenlandstage een unieke ervaring waarvan ze meestal enthousiast terugkomen. Zo’n stage gaat verder dan een leuk uitje. Ze moeten een plan indienen over wat ze willen leren en doelen formuleren. Het is zeker geen snoepreisje. Docenten maken daarna hopelijk de transfer naar de studenten om hen te overtuigen ook over de grens te gaan kijken, of ze delen de opgedane ervaringen.

Wat is voor jou de + van Erasmus+?

Aan de pay-off Enriching lives, opening minds wil ik toevoegen: connecting people. Dat krijgen we terug van studenten. Erasmus+ heeft veel betekend voor onze internationale activiteiten op school. We zijn op internationaal gebied van hobbyisme van een aantal docenten naar professioneel beleid gegaan. Internationalisering staat nu in onze strategie. We proberen ons hiermee te onderscheiden en nemen het serieus, voor studenten, medewerkers en de impact op de regio. We zijn een school met internationale ambities.

Hoe was het 35 jaar geleden?

Toen ik 42 jaar geleden begon, was naar het buitenland gaan voor veel studenten niet zo normaal. Vaak werden in die tijd stedentrips voor studenten georganiseerd. Zo heb ik zelf ongeveer 25 jaar een trip voor studenten georganiseerd naar Praag en Pardubice, de Tsjechisch partnerstad van Doetinchem. Het maakte altijd veel indruk op studenten. Later herinneren ze zich misschien niet alle lessen, maar die reis wel.

Vanuit die jaarlijkse reis zijn we gaan kijken wat er nog meer mogelijk was. Het Leonardo da Vinci subsidieprogramma van de EU bood toen hele mooie mogelijkheden in het mbo, als voorloper van het Erasmus+ programma. Ik heb toen een subsidieaanvraag geschreven en we ontvingen 180.000 euro. Toen dacht ik wel: Help, wat nu? We hebben een projectorganisatie opgezet met een financieel en administratief medewerker en docenten in alle sectoren gemobiliseerd.

Ik wilde het vooral laagdrempelig houden. Vanuit mijn rol als docent had en heb ik makkelijk toegang tot collega’s in andere sectoren. Zij waren direct enthousiast over wat er allemaal kon. De afdeling communicatie was en is van groot belang voor de promotie van buitenlandse activiteiten. We hielden informatiebijeenkomsten over de buitenlandstages, verspreidden flyers en plaatsten berichten op de portalen. Later kwamen daar sociale media bij.

Hoe gaat het zijn over 35 jaar?

Het is mijn droom dat iedere student dan een internationale ervaring heeft opgedaan. Dit hoeft niet per se over de grens te zijn. Je kunt ook een vluchteling laten vertellen over de plaats van herkomst. Op onze school komen veel studenten met een migratieachtergrond. Ze hebben een andere geschiedenis dan de gemiddelde Achterhoekse student. Ook bedrijven uit de Achterhoek betrekken wij bij onze internationale projecten. Ik verwacht dat dit zeker verder wordt uitgebreid.

Ik ben een inclusieve denker en vind dat iedereen binnen het mbo moet kunnen meedoen aan internationale activiteiten, ook niveau 1 en 2 of kwetsbare groepen jongeren. Naast inclusiviteit vinden we duurzaamheid belangrijk. Iedereen stapt met gemak in het vliegtuig, maar het kan en moet anders. We investeren in bewustwording over duurzaam reizen. Voor een mobiliteit op 700 tot 800 kilometer kun je prima de trein pakken of met z’n drieën carpoolen.

Ik ga het niet meer meemaken over 35 jaar, want ik ga binnenkort met pensioen. Ik ga de internationale projecten missen. De bureaucratie niet, maar mensen warm maken voor internationalisering wel. Het houdt je jong en het heeft me veel gebracht. Zo heb ik minder angst voor het onbekende. Andere mensen in andere landen hebben veel te bieden en omgekeerd is dat net zo. Het leuke is dat je altijd van elkaar leert. De houding van graag willen leren van anderen maakt leven aangenamer.

De houding van graag willen leren van anderen maakt leven aangenamer.

Mieke Veenink