Skip naar content

‘Met Erasmus+ een leven lang professionele en persoonlijke ontwikkeling’

Lem van Eupen, directeur van Erasmus+ Onderwijs & Training

Lem van Eupen

Lem van Eupen

'Uiteindelijk blijft de grote droom om samen de wereld mooier te maken, in allerlei opzichten.'

Faces of Erasmus+ | Lem van Eupen

Dit jaar bestaat Erasmus+ 35 jaar. We staan daar graag bij stil met een serie portretten van personen die op een manier betrokken zijn bij ons programma. Wat zijn hun ervaringen? Wat heeft het gebracht? Op welke manier heeft Erasmus+ bijgedragen? En waar hopen ze over 35 jaar te zijn? We trappen af met Lem van Eupen, directeur van het Nationaal Agentschap Erasmus+ Onderwijs & Training. 

 

Hoe ben je bij Erasmus+ gekomen?

Ik was om me heen aan het kijken naar een nieuwe functie, en toen viel mijn oog op de vacature voor directeur van het Nationaal Agentschap Erasmus+. Mijn hele leven heb ik gewerkt in de driehoek media, onderwijs en internationale samenwerking, en deze baan had de mooie combinatie van de laatste twee. Als faculteitsdirecteur Communicatie en Journalistiek aan de Hogeschool Utrecht was ik dat internationale aspect wat kwijtgeraakt en dat vond ik jammer. Ook wilde ik graag in een kleinere organisatie werken, dus dit was voor mij een mooie match.

Waarom Erasmus+?

De internationale samenwerking en uitwisseling in het onderwijs sprak mij aan. We vormen één Europese Unie, maar in de praktijk zijn we ook allemaal afzonderlijke landen met eigen onderwijssystemen. Terwijl er zoveel van en met elkaar te leren is! Ik bof dat ik ben binnengekomen in een tijd waarin de waardering voor het programma steeds groter werd. Ook het programma zelf groeit qua omvang. Dan kun je gaan bouwen, in het bestaande programma en met nieuwe mogelijkheden. Het budget is verdubbeld en de soorten uitwisseling en samenwerking zijn sterk uitgebreid.

Jaar na jaar was de vraag groter dan het budget en dat is dan ook fors opgehoogd. Met goede reden, de Europese Commissie noemt Erasmus+ niet voor niets een van de vlaggenschipprogramma’s van de EU. Het laat de meerwaarde van de EU zien voor Europese burgers. Geen enkel land kan die internationale samenwerking en uitwisseling afzonderlijk goed regelen. Dat zie je nu bij het Verenigd Koninkrijk. Na de Brexit kost het veel moeite om de samenwerking op niveau te houden.

Wat is de impact van Erasmus+?

Erasmus+ werkt goed op het niveau van organisaties en onderwijsinstellingen, maar ook op het niveau van burgers. Het zorgt voor professionele én persoonlijke ontwikkeling. In een internationale omgeving leer je bijvoorbeeld relativeren. Dat heb ik zelf ervaren toen ik tijdens mijn studie onderzoek deed in het Chileense Santiago. Na zo’n context kijk je bij terugkomst heel anders naar je eigen land. Nu is dit heel extreem: van een sloppenwijk in de tijd van dictator Pinochet naar het veilige Nederland, maar het werkt ook op een andere schaal. Dichterbij en kleiner heeft ook al veel effect.

Wat is voor jou de + van Erasmus+?

Het voegt iets toe aan je ontwikkeling. Ik gun iedereen de ervaring dat je eigen kleine wereld niet de maatstaf is. Internationalisering kan op allerlei manieren. De coronapandemie heeft onbedoeld een enorme impuls gegeven aan de online mogelijkheden en dat is fantastisch. Tegelijkertijd overtreft niets de fysieke ervaring van een andere omgeving. Geuren, kleuren en smaken zijn anders en die klik je niet weg. Je zit daar 24 uur per dag middenin.

Voor veel jongeren, zeker in het mbo, is het vaak de eerste keer dat ze zelfstandig op pad zijn en dat is een enorme stap. Ook voor eerste generatie studenten is internationaal reizen niet altijd vanzelfsprekend. Het werkt dubbelop: je bent de eerste in je omgeving die naar een hogeschool of universiteit gaat én de eerste die zo’n internationale ervaring opdoet. Daardoor is de ervaring nog ingrijpender dan voor jongeren die bereisd zijn en al veel hebben gezien.

Hetzelfde geldt voor docenten en stafleden. De wereld kan heel beperkt blijven binnen een instelling. Je verruimt je blik als je met collega’s in een ander land over je vak praat en samen nieuwe dingen ontwikkelt. Dat merk ik zelf in de contacten met directeuren van Erasmus+ in andere landen. Tijdens bijeenkomsten wisselen we uit waar we tegenaan lopen, doen ideeën op of ontdekken dat een situatie of systeem heel anders is. In internationale samenwerking gaat het niet over kopiëren wat een ander doet. Het is leren en kijken wat hier zou kunnen werken. Je moet iets altijd vertalen naar je eigen behoefte en organisatie.

Ik gun iedereen de ervaring dat je eigen kleine wereld niet de maatstaf is. Lem van Eupen

Wat wil je in de toekomst graag terugzien in het programma?

Ik zou graag zien dat Erasmus+ zich nog meer gaat richten op een leven lang ontwikkelen. Onderwijs geeft een goede basis maar na het initiële onderwijs komt nog een heel leven van leren. In je werk bijvoorbeeld met learning on the job, maar ook met opleidingen, trainingen en coaching. Ik zou het goed vinden als die lijn nog meer doorloopt. Dat het normaal is dat iedereen in het leven blijft bijleren, ook in een internationale omgeving.

Volwasseneneducatie biedt hiervoor mogelijkheden. Ook dit budget groeit maar het is nog steeds de kleinste sector, terwijl de doelgroep eigenlijk het grootst is. Binnen volwasseneneducatie in Erasmus+ ligt de nadruk op mensen in een kwetsbare positie, dat is de prioriteit. Als er ruimte komt, willen we de mogelijkheden en het budget uitbreiden voor alle mensen in het werkende leven. Het is goed als we flexibel en persoonlijk onderwijs uitspreiden over het hele leven en dat onderwijs en werk door elkaar heen lopen. Dat lijkt mij een logische ontwikkeling.

Hoe gaat het zijn over 35 jaar?

35 jaar is nog zo ver weg. We hebben nu ook zoveel dingen die we ons 10 jaar geleden niet konden voorstellen. In de afgelopen 35 jaar is heel veel gebeurd. Als ik kijk naar de laatste jaren vind ik het vooral bijzonder dat Erasmus+ in 2014 is ontstaan uit vijf afzonderlijke programma’s. Die samenvoeging heeft veel betekent voor de uitvoering in Nederland. Het heeft meer samenwerking mogelijk gemaakt. We leren van elkaar tussen de sectoren en dat is minder goed mogelijk als iedereen afzonderlijk was gebleven. Samen zijn we meer dan ieder apart. Ik vind dat positief.

In 2021 zijn we als agentschap voor onderwijs en training helemaal onder Nuffic gekomen. De werkwijzen zijn meer geüniformeerd en dat geeft meer voorspelbaarheid. Juist op de grensvlakken tussen de diverse sectoren hebben we nu meer te bieden. Het scheelt dat je in één organisatie zit. Dan kun je daar net een tandje verder in gaan. Dus dat gaan we de komende jaren zeker doen!

Wat is jouw grote droom?

Uiteindelijk blijft de grote droom om samen de wereld mooier te maken, in allerlei opzichten. Samen oplossingen vinden voor uitdagingen in de wereld, of het nu gaat over klimaat of sociale en economische ongelijkheid. Daar kunnen we in Europa samen aan werken en Erasmus+ is daarin een belangrijke schakel. We leren meer begrip hebben voor elkaar en delen kennis voor concrete oplossingen. Als Erasmus+ daar ook maar een beetje aan kan bijdragen, is dat mooi.