Skip naar content

Uit de praktijk: Long Term Mobility cursus

De cursus Long Term Mobility gaat over interculturele communicatie en bereidt leerlingen, studenten en docenten voor op een langer verblijf in het buitenland. Op 23 maart organiseerde Erasmus+ in Utrecht een training voor de actielijn KA229 (PO/VO in het oude programma).

Primair en voortgezet onderwijs Hoger onderwijs

De voorbereidende training was speciaal bedoeld voor middelbare scholieren en begeleidende docenten die langere tijd (1 tot 2 maanden) via Erasmus+ naar het buitenland gaan. “De training voor leerlingen besteden we uit aan Globi”, aldus Joep te Pas, programmabeheerder PO/VO bij Erasmus+. “Zelf gaf ik de voorlichting aan de docenten.”

Cultuur en stereotypen

In de training werken de leerlingen aan het ontwikkelen van hun interculturele vaardigheden. “We starten met het onderzoeken van de concepten ‘cultuur’ en ‘stereotypen’, aldus Noa de Zeeuw, Programmacoördinator Internationalisering bij Globi. “Hierbij hebben we speciale aandacht voor de gelaagdheid van cultuur. Naast discussie is er ruimte voor reflectie op onbewuste culturele processen die ons gedrag beïnvloeden.”

Met het educatieve bordspel Globi-Trotter kijken de deelnemers naar (eigen) interculturele dilemma's, en met welke strategieën je deze kunt oplossen. Noa: “Het doel is om studenten en leerlingen zelfvertrouwen te geven in onbekende interculturele situaties, waarbij zij leren om een middenweg te vinden tussen het vasthouden aan de eigen cultuur en het meegaan in de andere cultuur.”

Spaanse en Nederlandse leerlingen

Speciaal aan deze training was dat de school waar het om gaat (Jan van Brabant College in Helmond) op dat moment Spaanse leerlingen op bezoek had. Joep: “Zij kwamen ook mee naar de training. In totaal ging het daarmee om acht leerlingen, vier Spaanse en vier Nederlandse. Begin april vertrekken de Nederlandse leerlingen naar Spanje voor hun Long Term Mobility.” Gelijktijdig met de training voor leerlingen gaf Joep in een andere ruimte een voorlichting aan de twee begeleidende Nederlandse docenten.